Zou god de weg nog kunnen vinden, in Floriande of Overbos

En wat zou hij van ons mensen vinden, zo verdwaald , zo van hem los.

En wie van ons zou hem op straat herkennen, die mooie, lieve, oude man

En als hij jou de weg vraagt, zul je denken, waar ken ik hem toch van.

Wie kent er nog die prachtige verhalen, wie zoekt er nog naar zijn gezicht.

Wie laat er wat hij doet door hem bepalen, en streeft er naar het gouden licht

En wie van ons zou voor een arme visser, al wat hij heeft laten staan.

We zouden hem voor gek verklaren, hem tegenhouden, hem niet laten gaan.

Door de welvaart zo onverschillig, de verleiding amper te weerstaan

Een plasmascherm heeft dezelfde waarde, als de vluchtende kinderen in Soedan

Wie ziet er nog de grotere verbanden, wie kijkt er verder dan zijn neus?

durf nou toch eens anders, tegen de stroom, wie maakt zijn eigen keus.

wie zegt er nee als iedereen ja zegt

Ben jij het licht in het holst van de nacht

durf jij anders te zijn dan de anderen

wie voelt de tranen als iedereen lacht

Open je ogen als iedereen neerkijkt

Wees de roepende in de woestijn

wie helpt die stille oude man

wie wil zijn gids, zijn engel zijn

Otto Dethmers